'Verzetshelden van de Stijkelgroep gingen zingend op weg naar hun einde' - artikel in AD
Naar aanleiding van onze 4 mei herdenking 2019 verscheen het volgende artikel in het Algemeen Dagblad:
Verzetshelden van de Stijkelgroep gingen zingend op weg naar hun einde, slechts vier overleefden de oorlog
Op het eregraf Westduin ligt de Stijkelgroep begraven. Bij dit monument wordt op 4 mei stilgestaan bij hen die vielen. Onderzoek werpt nieuw licht op het tragische lot van de groep: van de 47 leden overleefden slechts vier de oorlog.
Dankzij een onlangs verschenen boek weten we nu meer over de laatste jaren van deze groep verzetshelden. Historicus Willem de Vreugd uit Katwijk reconstrueert hun gevangenschap en proces in De Stijkelgroep, Een mislukt avontuur met dramatische gevolgen. De Vreugd deed maar liefst tien jaar onderzoek in binnen- en buitenlandse archieven, las veel brieven van de gevangenen en sprak uitvoerig met nabestaanden.
De tragiek is dat De Vreugd vlak voor publicatie van het boek zelf kwam te overlijden. Zijn zuster Annie heeft de taak op zich genomen om het werk van haar 'markante broer' verder te verspreiden. ,,Omdat het belangrijk is dat het verhaal verteld wordt.''
Huwelijksdag
Het was voor de auteur in feite een stukje familiegeschiedenis. Zijn aangetrouwde neef werd een week na zijn huwelijksdag opgepakt als lid van de Stijkelgroep.
Annie de Vreugd Bijna tien jaar deed de in Katwijk geboren historicus Wim de Vreugd onderzoek naar een van de eerste verzetsbewegingen in de Tweede Wereldoorlog. Al in het voorjaar van 1941 wordt deze Haagse Stijkelgroep opgerold en twee jaar later worden 32 groepsleden in Duitsland gefusilleerd. Toen Wims manuscript klaar was, werd hij ernstig ziek. Zus Annie stelde alles in het werk om zijn boek nog voor zijn sterven te publiceren. "Het heeft niet zo mogen zijn."
We maken in het boek kennis met de 28-jarige Han Stijkel, zoon van een kleermaker die op 10 mei 1940 de aanval van Duitse vliegtuigen ziet vanaf het balkon aan de Haagschestraat. De jongeman, bijna afgestudeerd in Engelse taal- en letterkunde, heeft contacten in de hoogste kringen en wil snel tot actie overgaan. In het najaar van 1940 vraagt Stijkel toestemming aan oud-premier Colijn om een organisatie op te zetten. Plan was een ander soort verzetsgroep in het leven te roepen dan de Geuzen, die sabotages pleegden.
Het was vanaf het begin duidelijk dat Stijkel de leider zou worden. Hij was charismatisch en straalde gezag uit. Zijn adjudant werd Cornelis Gude (25), een Delftse student die op de Grebbeberg tegen de Duitsers had gevochten. Stijkel was heel behoedzaam in het zoeken van medestanders: ze werden op niet minder dan vier manieren gescreend. De groep bestond uiteindelijk uit officieren, politiemensen, ingenieurs, vissers, studenten en ondernemers. Zij begonnen allerlei informatie te verzamelen die voor een invasie nuttig zou zijn, zoals kaarten van munitiefabrieken in Voorburg, foto's van Fokker en van onderzeeboten in Duitsland.
Ondanks hun behoedzame aanpak ging het al snel fout toen de Sicherheitspolizei met twee spionnen in de groep infiltreerde. Een van hen deed zich voor als Gaykema, een half-jood die naar Engeland wilde vertrekken. Voor de overtocht werd niet minder dan 50.000 gulden (omgerekend nu circa 400.000 euro) geboden. Stijkel stemde in, want hij wilde ook naar Londen om daar met de regering in ballingschap te spreken en spionagemateriaal af te leveren.
Oranjehotel
Op 2 april 1941 slaat de Duitse bezetter toe als Stijkel met de vissersboot KW133 de haven van Scheveningen uit wil varen. In korte tijd worden vervolgens 47 leden van de groep opgepakt en in het Oranjehotel opgesloten. Ze kunnen dan nog wel met hun familie schrijven. 'Blijven bidden tot Jezus die nog veel meer heeft meegemaakt dan wij', schrijft Willem Wagenaar jr. aan zijn ouders.
De Stijkelgroep wordt in maart 1942 op transport gesteld naar Berlijn voor het proces bij het Reichskriegsgericht. Die veroordeelde dat najaar 32 leden tot de dood en legde de anderen tuchthuisstraffen op. De mannen en vrouwen vielen onder Nacht und Nebel, een speciale strafklasse om verzetsmensen spoorloos te laten verdwijnen. Daardoor wisten verwanten wisten niets over het lot van de groepsleden.
Op 4 juni 1943, om 4 uur 's nachts werden de mannen uit hun cel gehaald en kregen ze te horen dat ze binnen een paar uur gefusilleerd zouden worden. Dominee Harald Poelchau die hen al die tijd in de gevangenis had bijgestaan schreef dat ze het bericht 'met kalmte' aanhoorden en elkaar omarmden. Han Stijkel was die ochtend de eerste die stierf door Duitse kogels, gevolgd door Cornelis Gude. De lichamen van de 32 mannen belandden in een massagraf voor krijgsgevangenen.
Het is aan de niet-aflatende inspanningen van Willem Wagenaar sr te danken dat ze in 1947 konden worden herbegraven. In de Grote Kerk werd een herdenkingsdienst gehouden en duizenden mensen stonden langs de route om laatste eer te bewijzen. Wagenaar richtte ook de stichting Eregraf Stijkelgroep op. Hij vond zijn laatste rustplaats in 1969 tegenover het monument en het graf van zijn zoon.
Het boek is te bestellen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Artikel door Hans Hemmes
Bron: https://www.ad.nl/den-haag/verzetshelden-van-de-stijkelgroep-gingen-zingend-op-weg-naar-hun-einde-slechts-vier-overleefden-de-oorlog~ad5ecde5/